Home
BERT VAN ZELM
 
Back to writings

DE WEGEN DIE NAAR ROME LEIDEN

Ik was 10 of 11 jaar toen Rome voor de eerste keer in mijn vizier verscheen. Ik woonde in de Simon Stevinstraat dichtbij het ‘Landje’. Ik zat op de Koningin Wilhelmima school, een protestantse lagere school. Aan het ‘Landje’, waar we speelden; een grauwe weide met veel hondenstront, lag de Maria Immaculata school, een katholieke lagere meisjes school. Die school was een mysterie; in de ochtend kwamen de nonnen met wapperende zwarte gewaden op de fiets aan omringd door dartelende meisjes, die er om streden de fiets in het rek te mogen zetten.

Ik ben nooit verder dan de aula van de school gekomen. Daar werden in de zomer op zaterdag films voor de kinderen uit de buurt vertoond. Ik heb er niet veel gezien. Mijn vriendje, Peter, die aan het landje woonde, wel. Hij was een fan van een katholieke Tarzan. Zong hij psalmen terwijl hij van liaan naar liaan ging? Ging hij met de collectebus rond? Ik ben de naam van deze held vergeten. Het had voor mij het voordeel dat als we op het ‘Landje’ oerwoudje speelden, ik Tarzan zijn kon.

Maar het gaat om Rome. Ik mocht een keer naar de zaterdag matinee. Er draaide een film over een circusgroep die in Rome bivakkeerde. En laat nu een baby olifantje uit het circus ontsnappen en verdwalen in de eeuwige stad. Een zoektocht door de drukke straten en stegen volgde.

Een paar nonnen vonden het olifantje en brachten het naar het circus terug. Ik heb de helft van het verhaal begrepen (om de een of andere reden heb ik nog steeds veel problemen met het volgen van een verhaal tijdens het kijken naar een film). Maar de beelden van Rome in zwart/wit met rondrazende Fiatjes 500 staan nog steeds op mijn netvlies gegrift.

 

Ik belandde op de Rietveld Academie en we werden fans van het Italiaanse Neo Realisme. ‘Fietsendieven’, ‘Umberto D’, ‘Riso Amaro’, 'La ciociara' met de actrices Sofia Loren, Silvana Mangano en later natuurlijk ‘La Lupa’, want meer voor de fijnproevers: Anna Magnani! In ‘Rome Open Stad’ wordt ze door Duitse soldaten dood geschoten. Het is die scene, die de film beroemd gemaakt heeft.

 

 

Ik vertrok met een studiebeurs naar Italië, niet naar Rome maar naar Florence. De fascinatie voor Rome bleef.

 

ROME EN DE MOGELIJKHEID OM EEN NIEUW LEVEN TE BEGINNEN

Na de vakantie van 1983 met overwegend Italiaanse vrienden was ik voor een paar dagen in Rome. Ik had Lunetta, een actrice, leren kennen. Ze nodigde me uit op haar verjaardagsfeest. Roberto Begnigni kwam binnen (toen al aardig beroemd). Hij had geen zin in het feest, schudde iedereen energiek de hand en vertrok.

Lunetta was hopeloos verliefd op een man van het licht (een dikke onbenul met vlasbaardje) dus besteedde ze weinig aandacht aan mij.

En toen kwam Mimma binnen… door 3 heren geëscorteerd. Duidelijk van een categorie vijf verdiepingen hoger dan waar ik me bevond.

Om me niet geheel aan mijn lot over te laten stelde Lunetta me aan een Belgische voor. We hadden niet echt zin in de ontmoeting. ‘Leuk je te ontmoeten, hoe lang woon jij hier’ en meer loze onzin. Bovendien zou ik voorgoed naar Amsterdam vertrekken. Een nieuw leven in een oude omgeving wachtte mij. Uit mijn ooghoeken had ik wel gezien dat Mimma ons weinig inspirerende gesprek had gevolgd. In welke taal hadden we gesproken? Niet wetende wat aan te moeten met dit feest ging ik in een hoek zitten wachten op het juiste moment om weg te gaan. 

En toen stond Mimma voor me. Ze vroeg of ik op haar tasje wilde passen terwijl ze met een van haar bewakers ging dansen.

Ik had net de onmogelijke romance met Giovanna achter de kiezen. Het was een schimmenspel van ‘ik hou van jou, waarom hou je niet van mij, waarom begrijp je niet dat ik lief ben, jij doet zo boos tegen me, ik begrijp je niet …’ geweest. Ik moest naar dat nieuwe leven zonder Italië… En hier zat ik met het tasje van Mimma… Na een paar liedjes ze kwam naast me zitten. Waar moest ik het over hebben? Ik zou nog twee dagen in Rome zijn…

Ik had een tijdens de vakantie vol gekliederd schetsblok bij me. Ze was een en al interesse, ook voor mijn Japanse vul-kwast. Ze wilde hem proberen en schreef tot mijn stomme verbazing dit in mijn schetsblok…

 

 

Door deze boodschap aangemoedigd vroeg ik of we elkaar de volgende dag konden ontmoeten; de poorten naar Rome stonden OPEN!

Ze was script girl en sprak met me af in een door velen van Cine Città gefrequenteerde bar op Piazza del Popolo. Ik heb er drie uur rondgelopen en gezeten, het plein is groot…

 

 

 

 

WAAROM ROME NOOIT MEER ZAL SMAKEN ALS OOIT

Ik woonde weer in Amsterdam en ontmoette Gianni in 1983. Zijn huis was aan Campo dei Fiori. Het plein was nog niet door het toerisme vernield. Het zag er nog goed afgetrapt uit.

 

 

Gianni studeerde kunst restauratie. Daar was hij Anna tegen gekomen, zij was al klaar met de studie en misschien heeft ze hem les gegeven. Ze waren beste vrienden met dezelfde passie.

Zoals vaak met Italianen het geval is, maakten ze deel van een vriendengroep uit die zeer geregeld met elkaar optrok. Ze waren bijna onafscheidelijk. De kern van de groep bestond behalve die twee uit Stefano, Teresa, Cosetta, Paolo, Annarita en Alain.

Trefpunt was het huis van Gianni.

Beneden was een bar met een heerlijke granita di caffe con la panna. Op het plein dronken we prosecco voor we de stad onveilig maakten.

Om de hoek in via Giubbonari kocht ik mijn broeken, stropdassen en overhemden. Dan nam ik tenminste wat van Rome mee naar huis.

Anna woonde dichtbij, aan de andere kant van de Tiber in vicolo del Cinque. Bij haar om de hoek woonde Stefano in een appartement met ongelooflijke uitzichten op Rome.

Van het huis van Gianni vlinderde ik naar het huis van Anna. Ze had geen bel, vanaf de straat moest ik haar roepen. Op de hoek zat stevast een dikke Romeinse met op het dak van een geparkeerde auto haar even dikke siamese kat aan een lijntje. Ze bewaakte de omgeving: 'Anna is groente kopen, ze is over een kwartier terug.'

 

 

Is de Osteria Cacio e Pepe in Trastevere het restaurant waar we dat gerecht aten? Waren de eigenaren ooit criminelen waar een film of documentaire over gemaakt is? Ik ben zo veel kwijt geraakt. Ik liep er vroeger blind op af… Het recept voor spaghetti caccio e pepe is zo Romeins als het maar zijn kan en met de ogen dicht te bereiden, zelfs door de minst begaafde kok.

En dan was er de trattoria da Augusto. Dat was een lunch restaurant om de hoek bij Anna. Augusto, de eigenaar en kelner, had een spraakgebrek. Er was nooit een menukaart te vinden, dus moest je Augusto vragen wat er te eten was. Hij noemde de gerechten met een sneltreinvaart op. Als je het niet goed verstaan had en vroeg om een herhaling gooide hij je de tent uit. Gegarandeerd geen toeristenfuik. Ik logeerde geregeld en vaak vrij lang bij Anna; ik ging er vaak eten. Na drie dagen achter elkaar eten werd je geen bestek of wijn meer aangereikt. Dat moest je zelf pakken waar Augusto furieus op reageerde. Een grote bek terug was de enige remedie: ‘Augusto, se non le prendo io, me le porti tu?’ (Augusto, als ik het niet pak, kom jij het me dan brengen?). Het antwoord was een sissend ‘Vafangule’ met een zachte g in plaats van een kh…

Ook besliste hij soms wat je at. Ik heb er meer scenes meegemaakt, ik beperk me tot deze. Het eten was goed, goedkoop en simpel en er zat geen enkele toerist in een gids te turen. Ik was in Rome met de Romeinen!

 

Gianni, Stefano, Anna en ik bezochten de San Clemente. In de diepste laag onder de kerk was een ruimte met een Mithras altaar.

 

 

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ik begrijp dat. Het heet passie. Gianni wilde het beeldje van het altaar stelen, de aandrang was zeer groot. We hebben zeker tien minuten staan beraadslagen hoe het aan te pakken. Hij zou het onder zijn jas stoppen, ik zou op de uitkijk staan en de andere twee zouden voor afleiding zorgen. Uiteindelijk werd het ons te veel en zijn we trillend van de opwinding onverricht ter zake naar huis gegaan.

Met een delegatie ben ik naar Mantua gereisd waar Gianni in het palazzo del Té de fresco’s van Mantegna restaureerde. Ik heb de tepels van de putti kunnen beroeren.

 

 

Nog steeds is de filosofie van de Italiaanse staat de belangrijke kunstwerken door de studenten van het instituut te laten restaureren. Het kost niets. Als je afgestudeerd bent, krijg je over het algemeen alleen rotzooi aangeboden.

Ook zag ik het beeld van Marcus Aurelius in het instituut. Daar kwam ik er achter dat een bronzen beeld van binnen hol is, de huid zo dun mogelijk zijn moet. Zo veel is niet wat het lijkt...

Maar het uitzonderlijkste is me in Milaan overkomen. Ik was weer eens in Rome en ‘omstreken’ om mijn werk te promoten. In Rome hadden we een feest. Er waren veel restauratie studenten en aanverwanten. Was er … die een gestolen Giulio Romano (uit het palazzo Farnese) in zijn atelier had? De helft van de restauratie was betaald, het werk was zo veilig geparkeerd tot nader order.

Ik was wat luid op het feest, ik geef de prosecco de schuld.

Eenmaal in Milaan wilde ik het ‘Laatste Avondmaal’ van Da Vinci zien. Er stond een stellage voor. Het kreeg een opknapbeurt.

 

 

Ik wandelde teleurgesteld rond. In dezelfde ruimte liep een mooie vrouw, een vreemd tikkend apparaat hoog houdend. Ik keek naar het apparaat, ik keek naar haar, ze keek terug en sprak me aan… ‘We hebben elkaar in Rome op het feest gezien! Wil je het fresco van dichtbij zien?’

Het gezicht van Jezus ziet er als een korstig bruinbrood uit. Ik heb het uit respect niet aangeraakt en ook haar niet…

 

 

 

Nog vele jaren overvielen me dit soort heerlijkheden. En toen verwaterde het. Ik kwam niet vaak meer. Na aanvankelijk intens met Anna te zijn omgegaan liepen de zaken anders. Nog wel van belang is dat ik via Anna verliefd op Stromboli geworden ben. Ik heb ooit een sollicitatiebrief voor postbode op dat eiland geschreven. Dat was voor de film van Massimo Troisi uitkwam, maar wie zal mij geloven. Op de brief heb ik nooit antwoord gekregen.

 

 

 

 

Er gingen jaren voorbij, ik ontmoette de circusgroep ‘Circo a Vapore’ uit Rome. Ik trad met ze op in Rotterdam, ze logeerden met z’n tienen in mijn appartement in de Pijp. Ze hadden geen olifanten nummer. Ik beleefde een korte romance met een van de dames van de troep.

 

In Rome woonden ook andere vrienden en tja… ik dwarrel, ben nogal een vlinder of zullen we zeggen mot… Piero was na een omweg van Milaan en Palermo in Rome neergestreken.

 

In 1995 heb ik Anna en Gianni weer opgezocht. Anna was inmiddels hoofd van de schilderafdeling van het nationale instituut en Gianni werkte voor de Vaticaanse musea. Een Renaissance van onze vriendschap ontstond. En toen werd Gianni ziek en stierf. In 2011 vroeg Anna mij zijn portret te maken. Klik op het grijze woord Gianni om zijn portret te zien.

Ook Stefano is vereeuwigd (om dat portret te zien: dezelfde handeling).

 

In 2015 kwam het schokkende bericht dat Anna plotseling overleden was… In de blog van 11 maart 2016 heb ik een poging gedaan een standbeeld voor haar op te richten.

 

Waarom schrijf ik dit alles? Pas geleden heb ik een afbeelding van een stierenschets op de verschillende media gezet. Die schets had ik aan Maria Grazia verkocht op de avond-tentoonstelling in haar huis en ze reageerde. Vreemd, dingen komen nooit alleen. Misschien herhalen we de tentoonstelling en kunnen we die koppelen aan andere initiatieven. Al een paar jaar verga ik van de zin om weer eens door de stegen van Rome te slenteren. Zoiets heet nostalgie, een nieuw leven daar zal er niet meer in zitten. En ook de stad is veranderd.

Een droom is dat als mijn actieve leven er op zit, ik in een hangmat tussen twee olijfbomen lig met een glas wijn in de hand mijmerend over alle avonturen die ik beleefd heb. Nu heeft Piero me uitgenodigd om in oktober olijven te oogsten in Umbria…

Moet ik dat doen of als een verdwaald olifantje door Barcelona zwerven, hopend op een paar nonnetjes?

 

Klik op het onderstaande affiche voor wat muziek.

 

Barcelona, 10 juli 2020.

 

 

Back to writings